1726 - 1813: Hofstede Vredenslust

In de periode van 1726 tot 1814 zijn er veel eigenaren van de buitenplaats (4 morgen en 100 roeden) geweest. De rijke familie du Fay speelt hier een interessante rol in. Omstreeks 1749 werd de naam Merenburg veranderd in Vredenslust.

Eigenaren

1726 - 1728: Jan du Fay (*1678 - 1739), hij was de oudste zoon van koopman Jacob Fredrik du Fay (1646 - 1691) en Maria Pancras (1656 - 1708).

Vader du Fay kwam uit Frankfort am Main en vestigde zich in 1667 in Amsterdam. Hij richtte de handelsonderneming Labistrate & du Fay op, die handel dreef op Italië en de Levant en aan walvisrederij en traankoperij deed.    

1729 - 1730/1731: Jacob Frederik du Fay (*1682 - 1734), jongere broer van Jan, zoon van Jacob Fredrik. Hij was schepen van Amsterdam, zat in de Vroedschap en was bewindhebber van de O-I-Compagnie. Hij kocht in 1730 de hofstede Meerhuizen aan de Amstel. Hij trouwde in 1722 met Elisabeth van Alsem, en stierf kinderloos in 1734.

1731 - 1732: Abraham Mattheus Coolbrant, advocaat uit Rotterdam en de 4e echtgenoot van Johanna van Ghesel. Hij overlijdt in 1732.

1732 - 1742: Vrouwe Johanna van Ghesel, weduwe van resp. Kick Geldof, Thomas Boddens, Willem van Harn en Abraham M. Coolbrant. In 1738 getrouwd met Gerbrand Claes du Fay (broer van Jan en Jacob Frederik du Fay). Zij was 71 jaar en het was haar vijfde huwelijk. Hij was 49 jaar en het was zijn tweede huwelijk. Johanna overleed in 1742. Gerbrand was haar enige erfgenaam, maar hij keert nog fl. 25.00,00 uit aan zussen en broers van Johanna van Ghesel. 

1742 - 1757: Gerbrand Claes du Fay (*1689 - 1757), hij was, net als zijn vader, commissaris bij de Amsterdamse Wisselbank. 

1749_tirion_vredenslust.png 

Afbeelding: deel van kaart gedateerd 1749 van Tirion, Isaac ( 1705-1765) Nieuwe Kaart van het Baljuwschap van Amstelland Ter Ophelderinge van den Tegenwoordigen Staat der Vereenigde Nederlanden / Stadsarchief Amsterdam, Beeldbank

Gerbrand du Fay veranderde de naam van de buitenplaats in Vredenslust; dit zou al voor 1749 moeten hebben plaatsgevonden gezien de datering van boven afgebeelde kaart. In 1758 was het huis fl. 4500,00 waard. Ook verkocht men toen Tuingereedschap, Rommelarij en Schapen (advertentie in Delpher). 

1758 - 1762: Hendrik Speciaal, koopman

1762 - 1778: achtereenvolgens Hendrik Speciaal, Jacob Speciaal (*1739 - 1798, zoon van Hendrik Speciaal), Jacobus Das, Arnold Hooghart

1779 - 1781: Arnold Hooghart, Amsterdamse koopman. Hij zat in de lucratieve walvisvaart en was o.a. eigenaar van de walvisvaarder De Vergulde Walvis (voer in 1794 op Groenland) en van eenmastgaljoot (dat is een schip) STAD BERGEN. In maart 1756 zou dat naar Noorwegen afvaren met een lading ballast. Het schip strandde op 28 maart 1756 in de Waddenzee bij het eiland Griend aan de oostwal van de Vliestroom. In 1985 is het wrak gevonden op aanwijzing van een visser aan de westzijde van de Pannenplaat bij Griend. [ref. Wrakkenmuseum]. 

1782 - 1813: Amos van Rinkhuijzen, koopman later rentenier. Hij woonde eerst in Amsterdam, later in Utrecht (rond 1810-1812). In Utrecht op de Oude Gracht in Groot-Leeuwenberg en hij had daar ook verschillende andere huizen in bezit. Hij overleed in 1814. Zijn vele huizen waren bijna allen met een hoge hypotheek belast. Zij werden op een gerechtelijk vonnis in het openbaar verkocht. (vlg. informatie uit de publicatie Steengoed50 van Het Utrechts Monumentenfonds)

Vredenslust is sinds 1814 in bezit van Lucretia Johanna van Winter (eerst samen met broer Josua Jacob, vanaf 1818 samen met zus Anna Louisa Agatha en later alleen). 

Lees ook het volgende artikel over de Familie Six  en het artikel over de hofstede Voorland van Pieter van Winter, de vader van Lucretia, Josua en Anna Louisa. Deze Pieter van Winter was eigenaar van veel gebied in de Watergraafsmeer.  

Irene van Deudekom  

Bronnen: Stadsarchief Amsterdam; Wrakkenmuseum, Terschelling; Collectie Six, Amsterdam; Het Utrechts Monumentenfonds, Steengoed50 

Geschiedenis Overzicht